Het pimpernelblauwtje doet het goed in de blauwgraslanden van de Moerputten en zitten sinds vorig jaar ook het Vlijmens Ven.
Het pimpernelblauwtje doet het goed in de blauwgraslanden van de Moerputten en zitten sinds vorig jaar ook het Vlijmens Ven. Foto: Irma Wynhoff

Zeldzame vlinder pimpernelblauwtje vliegt rond in Moerputten

Human Interest 1.254 keer gelezen

DEN BOSCH | Op de grens van de gemeente Den Bosch ligt natuurgebied de Moerputten. In dit gebied leeft een zeer zeldzaam vlindertje: het pimpernelblauwtje. Vijftig jaar geleden was deze vlinder uitgestorven in Nederland. In 1990 zijn ze uitgezet in de Moerputten nu vliegen ze daar weer volop.

door Lisette Broess-Croonen

Mirjam Wouters is boswachter bij Staatsbosbeheer. Samen met Irma Wynhoff van De Vlinderstichting loopt ze tevreden rond in de Moerputten. Na het uitsterven van het blauwe vlindertje, werd er in 1990 een populatie uit Polen gehaald en uitgezet in de Moerputten. “Dat ging goed en daarom wilden we graag meerdere populaties op verschillende plekken hebben, die in verbinding met elkaar staan” legt Wynhoff uit. “Mocht het dan misgaan met één van de populaties, dan is de soort nog niet meteen verloren. Voor meerdere populaties heb je meerdere gebieden nodig die ze kunnen koloniseren. De knoopmier en de grote pimpernel zijn daarbij sleutelfactoren. En er moeten aantrekkelijke vliegcorridors zijn om de gebieden te overbruggen.”

Op initiatief van de Vlinderstichting is het LIFE+ project ‘Blues in the Marshes’ opgestart in samenwerking met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Waterschap Aa en Maas en de gemeente Heusden. “Vóór het project begon, werd het kwelwater via sloten afgevoerd, nu wordt het aan de grond gegeven.” vertelt Wouters. “Daarnaast is in het Vlijmens Ven de bovenste 40cm van de bodem afgegraven. Hierdoor is het fosfaatoverschot in de grond weg én het kwelwater kon weer gemakkelijker naar de oppervlakte komen. Op de afgegraven plekken is maaisel vol bloemenzaden uitgestrooid en daar zijn mooie hooilanden ontstaan.”

Waarom zoveel moeite voor één vlindertje? Wynhoff en Wouters leggen uit: “Alles begint misschien bij een klein blauw vlindertje, maar het hele systeem eromheen gaat ook meedraaien. Een goede plek voor het pimpernelblauwtje is ook een goede plek voor heel veel andere soorten. In het Vlijmens Ven, het natuurgebied dat grenst aan de Moerputten, is het aantal vogel- en plantensoorten de laatste vijf jaar vergroot van zesendertig soorten naar bijna vijfhonderd soorten! Het is een stukje topnatuur waar veel planten- en dierensoorten van profiteren. En het project doet het goed. Vorig jaar zijn de pimpernelblauwtjes uit zichzelf naar het Vlijmens Ven gegaan. De eerste vlinders in dit gebied zijn gevonden door een vrijwilliger. Deze enthousiaste vrijwilligers helpen ons met het tellen van vlinders en zijn onmisbaar in het verzamelen van data. De uitkomsten van de tellingen, is een van de graadmeters voor het natuurbeheer in de gebieden.”

Het pimpernelblauwtje is wel een lastig vlindertje. “Deze vlinder legt zijn eitjes op de grote pimpernel, een plant die voorkomt in blauwgrasland. Deze plant is essentieel als voedsel voor de rups. Maar de vlinder heeft ook hulp nodig van een knoopmier. Twee weken na het uitkomen van het ei, gaat de rups naar beneden waar hij wacht tot een mier hem meeneemt naar zijn nest, omdat die denkt dat het een mierenlarve is. Terwijl de mier de rups goed verzorgd, eet deze de echte mierenlarven op. Hij verpopt in het mierennest en als vlinder verlaat hij het nest. Het vlindertje vliegt alleen in de maanden juli en augustus en elk exemplaar leeft maar ongeveer twee dagen. Dat alles bij elkaar maakt het een kwetsbare vlinder.”

De laatste tijd is er op meer plekken in de omgeving gewerkt aan een goede vlinderbiotoop. “Alle extremen in de natuur, de hele droge en hele natte plekken, zijn in de loop der tijd natuur gebleven, omdat de mens er niets mee kon. Alle overgangen zijn wel in cultuur gebracht (onder andere voor de landbouw). Op een aantal overgangsplekken hebben we nu de graslaag afgekrabd. Dat was een dichte grasmat waar geen ander zaad kon ontkiemen. De natuurlijke bodemstructuur is hier wel intact gehouden en er zit nog veel leven in die bodem. Nu kunnen we hier kijken wat er gebeurt als je de natuur gewoon zijn gang laat gaan.”

www.vlinderstichting.nl/blues-in-the-marshes

Mirjam Wouters en Irma Wynhoff zijn blij met het project 'Blues in the Marshes', waardoor het pimpernelblauwtje zijn gebied heeft vergroot.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant